Lang geleden was er eens een mooie prinses. Het allerliefste speelde ze met haar gouden prinsessenbal naast de vijver in de kasteeltuin. Ze gooide hem zo hoog als ze kon en ving hem dan weer op. Maar op een dag liep het mis. Plons! Daar lag de bal in het water. ' O nee, mijn mooie gouden bal is weg', jammerde de prinses. Maar toen ze opkeek, zag ze een dikke kikker op het blad van een waterlelie zitten. ' Ik wil je vriendje zijn, naast je aan tafel zitten en van je gouden bordje eten. En 's avonds wil ik op een kussen in je bedje slapen.'